Op het Mgr. Frencken College vinden we het belangrijk dat elke leerling zich gezien, gehoord en gesteund voelt. We willen dat uw kind zich bij ons thuis voelt, zichzelf kan zijn en zich stap voor stap ontwikkelt tot een zelfstandige jongvolwassene.
Sommige leerlingen hebben daarbij tijdelijk of structureel extra hulp nodig. Die hulp bieden we graag. We werken volgens het principe “zo licht als mogelijk, zo intensief als nodig”. Dat betekent dat we ondersteuning het liefst in de klas organiseren, met vertrouwde mensen om de leerling heen.
Onze begeleidingsaanpak is gebaseerd op handelingsgericht werken: we kijken niet alleen naar wat lastig is, maar vooral naar wat werkt voor de leerling, en wat hij of zij nodig heeft om verder te komen.
1. Voor welke leerlingen is de ondersteuning bedoeld?
We bieden ondersteuning aan alle leerlingen. Iedere leerling krijgt begeleiding, maar sommige leerlingen hebben extra hulp nodig.
- Alle leerlingen ontvangen de basisondersteuning van hun docenten en mentor of coach. Dat is de dagelijkse begeleiding in leren, plannen, samenwerken en welzijn.
- Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben krijgen hulp van onze interne of externe experts. Denk aan leerlingen die moeite hebben met concentratie, planning, sociale situaties of aan leerlingen die (hoog)begaafd zijn.
- We bieden ondersteuning zolang dat binnen een reguliere school setting mogelijk is. Wanneer meer gespecialiseerde zorg nodig is, zoeken we samen met ouders en/of het samenwerkingsverband naar een passende oplossing.
2. De basisondersteuning (eerste lijn)
De basisondersteuning is wat elke leerling bij ons krijgt.
De docent zorgt voor een veilige sfeer in de klas, houdt de voortgang bij en helpt leerlingen die extra uitleg of uitdaging nodig hebben.
De mentor of coach is het vaste aanspreekpunt voor leerlingen én ouders. Hij of zij:
- praat regelmatig met uw kind over hoe het gaat, op school en daarbuiten;
- volgt resultaten en bespreekt studiehouding en planning;
- helpt bij keuzes rond vakken en vervolgopleiding;
- signaleert wanneer het even niet goed gaat en schakelt zo nodig hulp in.
We besteden veel aandacht aan welbevinden en sociale veiligheid. Onze school heeft duidelijke afspraken over omgaan met elkaar en gebruikt de “No Blame methode” als er signalen zijn dat een leerling gepest wordt.
Voorzieningen vanuit de basisondersteuning:
- In de brugklas krijgt de leerling tijdens een extra studie-uur les in het aanleren van studievaardigheden. Deze les wordt gegeven door de eigen mentor.
- In klas 1 en 2 wordt de schoolvragenlijst (SVL) gebruikt om te kijken naar het welbevinden van de leerling op school. Naar aanleiding van de SVL wordt er gekeken of een leerling uit klas 1 in aanmerking komt voor faalangstreductie training (FRT) of rots- en water training. In de eindexamenklassen kunnen de leerlingen zich inschrijven voor examenvrees training. Deze trainingen worden gegeven door een externe trainer.
- In klas 1 worden alle leerlingen tijdens een les Nederlands gescreend op hun niveau van spellen en lezen. De leerlingen die daarbij opvallen worden uitgenodigd voor een tweede screening. De leerlingen die daar ook weer opvallen hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan het 20 weken RT traject. Aan het einde van dit traject wordt er gekeken of ouders het advies krijgen om hun kind te laten testen op dyslexie.
- Leerlingen met een dyslexieverklaring kunnen gebruikmaken van verlengde tijd en compenserende dyslexiesoftware.
- Leerlingen met een verklaring dyscalculie kunnen gebruik maken van rekenkaart, tijdverlenging en in overleg met de vakdocent gebruik maken van een rekenmachine.
- In klas 1 t/m 3 worden er elk jaar cito toetsen afgenomen om het niveau van de leerling te volgen op het gebied van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (rekenen).
3. De extra ondersteuning (tweede en derde lijn) en expertise
Soms is meer nodig dan de begeleiding van de mentor of docent. Dan kan de leerling gebruikmaken van ons ondersteuningsteam. Dit team bestaat uit deskundigen met ieder hun eigen specialisme:
- Ondersteuningscoördinator (OCO) – regelt en stemt af welke hulp het best past.
- Orthopedagoog – helpt bij onderzoeken of begeleiding als er vragen zijn over gedrag of leren.
- Counselor – voert gesprekken met leerlingen die extra steun kunnen gebruiken op sociaal of emotioneel vlak.
- Begeleiders autisme (A-team) – helpen leerlingen met autisme structuur te vinden in hun schooldag.
- Begeleider hoogbegaafdheid – ondersteunt leerlingen die extra uitdaging of begeleiding nodig hebben.
- Verzuimcoördinator – volgt aanwezigheid en helpt bij terugkeer na ziekte.
- Vertrouwenspersonen – bieden een geheim en veilig luisterend oor aan leerlingen die zich onprettig voelen of te maken hebben met gevoelige zaken zoals pesten, intimidatie of discriminatie.
- NT2 specialist - begeleidt leerlingen die korter dan 6 jaar in Nederland zijn en Nederlands niet hun eerste taal is.
Wanneer er meer nodig is dan school kan bieden, werken we samen met externe partners zoals het Zorg Advies Team (ZAT), de jeugdarts, het Sociaal Team of het Regionaal Samenwerkingsverband Breda e.o..
Voor leerlingen die langdurig extra hulp krijgen, stellen we samen met ouders en leerling een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. Daarin staan de doelen, de aanpak en hoe we samen volgen of het werkt.
De taken van de experts in de derde lijn zijn:
- Verzorgen van de afgestelde zorg;
- Wanneer er toestemming is van de leerling en ouders/verzorgers de betrokkenen van de eerste en tweede lijn betrekken bij het traject om de leerling zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen op school.
- Voorzieningen vanuit de derde lijn:
- Jeugdmaatschappelijk werker van Surplus - voert gesprekken met leerlingen die problemen ervaren op sociaal/emotioneel gebied.
- Jeugdarts GGD - gaat in gesprek met leerling en ouders/verzorgers als er veelvuldig ziekteverzuim is en er door de school een m@zl melding is gedaan. De jeugdarts denkt mee over wat er nodig is om het ziekteverzuim te verminderen.
- Leerplichtambtenaar - gaat in gesprek met de leerling en ouders/verzorgers als er veelvuldig of langdurig ongeoorloofd verzuim is. De leerplichtambtenaar denkt mee over wat er nodig is om het verzuim te verminderen/te stoppen.
- Sociaal Team - als zij een beschikking afgegeven hebben voor een leerling, kunnen zij aansluiten bij een MDO (multidisciplinair overleg) als procesregisseur.
- Jongerenwerk - bieden een luisterend oor, helpen je verder zonder oordeel in de juiste richting. Ook kunnen de leerlingen binnenlopen bij een jongere- of activiteitencentrum om te chillen of activiteiten te doen.
4. De overgang van basis- naar extra ondersteuning
Vaak begint extra ondersteuning klein.
- Signaleren – De mentor/coach of docent merkt dat een leerling ergens tegenaan loopt.
- Bespreken – Samen met de leerling en/of ouders bekijken de mentor/coach en afdelingsleider wat er nodig is.
- Aanmelden – Als meer hulp wenselijk is, bespreekt de mentor/coach en/of afdelingsleider dit met de ondersteuningscoördinator.
- Plan en uitvoering – De ondersteuningscoördinator maakt met alle betrokkenen afspraken en verwijst eventueel door naar een specialist.
- Evalueren – Regelmatig bekijken we samen hoe het gaat en of de hulp kan worden bijgesteld of afgebouwd.
Zo houden we de lijnen kort en blijft de leerling altijd in beeld.
5. Betrokkenheid van leerlingen en ouders
We geloven sterk in samenwerking. Ouders kennen hun kind het best; wij kennen de schoolcontext. Door die kennis te bundelen, ontstaat de beste aanpak.
- De mentor of coach blijft altijd het vaste aanspreekpunt.
- Ouders worden betrokken bij alle belangrijke stappen in de begeleiding. We nemen beslissingen nooit zonder overleg.
- Leerlingen praten mee over hun eigen traject. In gesprekken over het OPP (ontwikkelperspectiefplan) vertellen zij wat voor hen werkt en wat niet.
- Elk jaar organiseren we een kringgesprek waarin leerlingen hun ervaringen met het ondersteuningsaanbod kunnen delen.
Zo zorgen we dat de stem van leerling en ouder altijd gehoord wordt.
6. Kwaliteitsborging en evaluatie
We willen onze ondersteuning steeds beter maken. Daarom evalueren we elk jaar:
- Wat gaat goed? Bijvoorbeeld of leerlingen zich veilig en gesteund voelen.
- Wat kan beter? Bijvoorbeeld de bereikbaarheid van specialisten of het delen van informatie.
- Wat vinden leerlingen en ouders? We vragen hun ervaringen via enquêtes en gesprekken.
De resultaten gebruiken we om onze aanpak te verbeteren. Belangrijke wijzigingen bespreken we met de Medezeggenschapsraad (MR), waarna het beleid voor vier jaar wordt vastgesteld.
Zo zorgen we samen voor een stevig en warm ondersteuningsnetwerk, waarin elke leerling op het Frencken de kans krijgt om te groeien.