Toetsbeleid

Toetsen, proefwerken/overhoringen, opdrachten en toetsweken

Het Mgr. Frencken College werkt met vier periodes van negen weken. Dat is voor elke jaarlaag en richting hetzelfde (m.u.v. de eindexamenklassen 5 havo en 6 vwo). Voor alle overige klassen - behalve Frencken Next klas 1 t/m 3 - geldt dat elke periode van 9 weken wordt afgesloten met een toetsweek. In die toetsweken heb je schriftelijke toetsen. Tussen de toetsweken worden geen schriftelijke toetsen gegeven, wel praktische opdrachten.

Met ingang van 2024 is het toetsbeleid aangepast naar onze schoolvisie en kernwaarden richting de toekomst. Dit betekent dat er enkele aanpassingen zijn ten opzichte van voorgaande jaren.

Het toetsbeleid voor ouders en leerlingen download je hier (PDF).

Download hieronder het Frencken toetsbeleid in het kort:


 

Q&A

Veelgestelde vragen én antwoorden vind je hieronder of download alle Q&A hier als PDF.

Wat is de aanleiding voor deze wijziging in het toetsbeleid?

De aanleiding van de wijzigingen in het toetsbeleid is het schoolplan van 2019-2023 geweest. In
het schoolplan is het Toetsbeleid als een van de thema’s gekozen waar we als school aan wilden
werken. Als school willen we een toetsbeleid dat past bij de kernwaarden en uitgangspunten van
onze school. In schooljaar 2019/2020 is er een eerste werkgroep aan de slag gegaan en zij hebben hun bevindingen en aanbevelingen in december 2019 gepresenteerd. Uit deze bevindingen zijn vier vragen naar voren gekomen waarop er een nieuwe werkgroep Toetsbeleid is samengesteld in schooljaar 2020/2021. Zij zijn in schooljaar 2021/2022 met de opdracht aan de slag gegaan en hieruit volgde een passende toetsvisie voor de school. In schooljaar 2022/2023 heeft deze visie een praktische uitwerking gekregen wat uiteindelijk heeft geleid tot het plan dat nu voor u ligt. 

Kan het toetsbeleid nog worden aangepast?

Nee, niet voor dit schooljaar. Komend schooljaar gaan we dus werken met het toetsbeleid zoals
het er beschreven is. Uiteraard wordt dit geëvalueerd en het toetsbeleid bijgesteld worden indien
nodig. 

Hoe is het besluitvormingsproces rondom het nieuwe toetsbeleid verlopen?

Dit is terug te vinden in het PT (Programma van Toetsing) van de betreffende klassenlaag. De
PT’s zijn te vinden op de website. In het PT staat per toets/praktische opdracht ook een beknopte inhoudelijke beschrijving. De uitgebreide beschrijving van de PO’s wordt ook gedeeld met de leerlingen in de les. 

Hoe kunnen ouders zien wat de PO's (Praktische Opdracht) inhouden?

Dit is terug te vinden in het PT (Programma van Toetsing) van de betreffende klassenlaag. De PT’s zijn te vinden op de website. In het PT staat per toets/praktische opdracht ook een beknopte inhoudelijke beschrijving. De uitgebreide beschrijving van de PO’s wordt ook gedeeld met de leerlingen in de les.

Zijn de toetsen die gegeven worden nu groter dan voorheen?

De kennis die de leerling moet opdoen is niet groter dan voorheen. Om erachter te komen of een leerling de leerdoelen behaald heeft, hoeft er niet altijd getoetst te worden met een cijfer. Er kunnen dus keuzes gemaakt worden welke onderdelen er terugkomen in een toetsweek en welke
leerdoelen tijdens de lessen op een andere manier worden gecontroleerd.

In de bovenbouw waren de leerlingen al gewend om weinig toetsmomenten in een schooljaar te hebben, dus hier zal de hoeveelheid stof niet als een grote verandering ervaren worden.

Is de belasting voor leerlingen in toetsweken niet zwaarder dan de oude manier van toetsen?

Bij de oude manier van toetsen waren, met name in de onderbouw, meer gespreid over het schooljaar. Hierdoor lijkt het alsof er minder pieken en toetsdruk voor de leerlingen zijn. De praktijk was echter anders. De leerlingen hadden dagelijks toetsen en soms leek een lesweek op een toetsweek, maar dan ook nog met normaal huiswerk en lessen. Doordat er steeds nieuwe toetsen in de loop van het jaar werden ingepland, ervaarden sommige leerlingen dit steeds opnieuw als extra druk.

Door de toetsen te bundelen in vaste weken en aan het begin van het jaar een Programma van Toetsing (PT) te verspreiden (te vinden op de website), weten leerlingen precies waar ze het hele jaar aan toe zijn. Dus weliswaar is er een piek van toetsen in bepaalde weken, maar daar kunnen ze zich ruim van tevoren op voorbereiden. Bovendien zijn er tijdens deze toetsweken geen lessen en dus ook geen ander huiswerk. De focus kan volledig liggen op de toetsen.

De belasting voor leerlingen in een toetsweek hoeft dus niet per definitie zwaarder te zijn, mits een leerling tijdig de voorbereiding start. Uiteraard hebben wij hier als school ook aandacht voor, om leerlingen te helpen om te gaan met deze nieuwe manier van leren.

Weten jullie zeker dat deze manier van toetsen betere resultaten gaat opleveren?

Zoals dat met iedere vernieuwing gaat, is er nooit 100% garantie. We zijn er wel van overtuigd dat met de juiste aandacht voor formatief handelen en leren plannen voor leerlingen, de resultaten van de toetsen goed kunnen uitpakken. Ook zijn we niet de eerste school in Nederland die hiermee aan de slag gaat. Veel scholen zijn ons voorgegaan en het is ook een veel gebruikte methode in het vervolgonderwijs. Daarnaast zijn er diverse onderzoeken naar formatief handelen (o.a. van D. Sluijsmans, R. Kneyber en D. Joosten-ten Brinke) en het verminderen van het aantal toetsen op scholen.

Door vooraf regelmatig het hele cirkeltje van het leerproces te doorlopen, leren leerlingen voor de toets waar nog de aandacht aan besteed moet worden. Het gevolg hiervan is dat leerlingen zich al verbeterd hebben voor het toetsmoment eraan komt, wat een positief effect zal hebben op het cijfer voor de toets.

Naast dat we ons richten op de resultaten, leren we leerlingen met deze manier van lesgeven en toetsen ook andere belangrijke vaardigheden zoals feedback geven en krijgen, plannen en de leermethode aanpassen aan de behoefte op dat moment. Daarnaast is het zo dat het effect van een bepaalde leermethode of manier van werken voor iedere leerling anders is. Bij sommige leerlingen zal het een groot positief effect opleveren, bij andere leerlingen is dat wellicht minder terug te zien in de resultaten.

Hebben leerlingen door deze manier van werken minder mogelijkheden om hun cijfers op te halen?

Het klopt dat leerlingen tussendoor minder cijfers krijgen en dus minder mogelijkheden om het gemiddelde cijfer voor een vak op te halen. Echter vinden wij dat het geven van een toets niet als doel moet hebben om het gemiddelde cijfer op te halen. Het doel van een toets moet zijn het toetsen van opgedane kennis.

Als compensatie voor het beperkte aantal toetsmomenten hebben we de herkansingsregeling opgesteld: per periode mag een leerling één schriftelijke toets of één (herkansbare) PO herkansen.

Is één herkansing per periode wel voldoende?

Gezien de hoeveelheid vakken is onze inschatting dat één herkansing per periode voldoende is. Door tijdig formatief te handelen in de lessen zouden de resultaten van de toetsen geen verrassing meer moeten zijn. Uiteraard kan een resultaat tegenvallen, maar daarvoor is één herkansing voldoende.

Bovendien valt de herkansing in een nieuwe lesperiode, waarin de leerling zich ook weer moet focussen op nieuwe stof en huiswerk. Om de druk voor de leerlingen in de nieuwe periode te beperken, is het aantal herkansingen beperkt tot één.

Wordt de weging van de toetsen zwaarder?

Per vak is een weging van 12 te verdelen over alle toetsen en praktische opdrachten. De afspraak is dat een toets de maximale weging van 4 mag hebben.

Procentueel gezien kan het zijn dat een toets zwaarder meetelt, omdat er minder toetsen afgenomen worden per vak.

Als sommige van de vier toetsen zwaarder wegen dan andere, is het dan nog wel eerlijk?

Dit is niet anders dan voorheen, ook bij de oude manier van toetsen zat er een verschil in wegingen tussen toetsen. Het is aan de vaksectie om de weging van een toets te bepalen. Wanneer bijvoorbeeld een bepaalde vaardigheid belangrijk is voor de bovenbouw of wanneer de toets meer hoofdstukken bevat, kan de sectie ervoor kiezen om hier een zwaardere weging aan te hangen.

Als een leerling een toets herkanst. Telt dan het het laatste cijfer of het hoogste cijfer?

Bij een herkansing telt altijd het hoogste cijfer.

Wordt er, en zo ja hoe, gemonitord hoe leerlingen scoren op een toets en wat wordt hiermee gedaan als het gemiddelde lager uitvalt dan verwacht?

Ja, binnen vaksecties worden de resultaten per toets besproken. De resultaten worden geëvalueerd en er wordt een passende norm bepaald. Indien er bijzondere (lage) resultaten behaald zijn in een vaksectie, dan wordt een plan van aanpak gevraagd en gekeken welke maatregelen er op dat moment nodig zijn.

Wat als een leerling ziek is tijdens een toetsweek?

Er zijn twee ingeplande inhaaldagen na iedere toetsweek. Deze dagen zijn te vinden in het jaarrooster. Mocht een leerling te veel toetsen gemist hebben om in te kunnen halen op deze twee dagen, dan zal er altijd maatwerk plaatsvinden. Dit zal altijd in overleg gaan met de mentor/coach en afdelingsleider. Dit is niet anders dan vorige jaren.

Wat als een leerling tijdens de toetsweek niet lekker in zijn vel zit?

Het kan altijd voorkomen dat een leerling een mindere dag heeft tijdens de toetsweek of tijdens het maken van een toets. Om dit enigszins te compenseren hebben we de herkansingsregeling opgesteld: per periode mag een leerling één schriftelijke toets of één (herkansbare) PO herkansen.

Mocht er sprake zijn van een groter probleem dat gevolgen heeft voor meerdere toetsen dan adviseren wij om dat kenbaar te maken bij de mentor/coach en afdelingsleider voordat de toetsen worden afgenomen. Dan wordt er gekeken of er een passende oplossing gevonden kan worden.

Hoe wordt er in het nieuwe toetsbeleid rekening gehouden met dyslectische leerlingen?

In de bovenbouw blijft het dyslexiebeleid gelijk: leerlingen met dyslexie hebben recht op extra tijd (20% van de toetstijd). Dit is in lijn met wat toegestaan is bij het centraal eindexamen. In de onderbouw blijft ook gelden dat een leerling met dyslexie recht heeft op 20% extra toetstijd. Ook zijn er afspraken over taal/spellingsfouten die bij dyslectische leerlingen niet fout worden gerekend.

Wat is formatief evalueren/formatief handelen?

Het begrip formatief evalueren/formatief handelen wordt uitgelegd in het volledige document Toetsbeleid dat u op de website kunt vinden.

Kort samengevat is er bij formatief handelen sprake van een cyclisch proces gericht op verder leren. Het gaat om doelgericht in plaats van toetsgericht onderwijs. Daarbij gaan docent en leerlingen met elkaar in gesprek en om samen het leerproces vorm te geven. Door tijdens de lessen formatieve checks uit te voeren, weet zowel een leerling als een docent waar nog aan gewerkt moet worden voordat er getoetst gaat worden voor een cijfer.

Interessante literatuur over formatief handelen: Baartman & Gulikers, 2017.

Hoe worden docenten begeleid in deze verandering?

Docenten worden geschoold in formatief handelen op de professionaliseringsdagen die gepland staan in het jaarrooster. Daarnaast is er de mogelijkheid om het persoonlijk scholingsbudget in te zetten voor een scholing of cursus die aansluit bij het nieuwe toetsbeleid. Dit thema blijft de komende jaren ook staan op de agenda van de school.

Hoe krijgen ouders/mentoren/coaches tussendoor inzicht in de voortgang van leerlingen bij formatieve checks?

De vraag hoe we tussendoor iedereen inzicht willen geven in de voortgang van de leerling en hoe we dit gaan organiseren, daar is voor nu nog geen concreet antwoord op. Dit is wel een punt van aandacht waar aan gewerkt wordt. Als er meer bekend is, wordt u hiervan op de hoogte gebracht.

Uiteraard blijven mentoren/coaches op de hoogte van hun leerlingen door communicatie met de vakdocenten. Dit is niet anders dan voorheen. Ook verandert er niet dat mentoren/coaches contact opnemen met ouders wanneer er signalen zijn dat het niet goed gaat met een kind op school.

Gaan leerlingen wel leren voor formatieve toetsen die niet meetellen?

We zijn ons ervan bewust dat we werken met jongeren tussen de 12-18 jaar. Zij denken vooral in korte termijnen en vinden het nog lastig om ver vooruit te kijken. We kunnen ons voorstellen dat sommige leerlingen het nut (nog) niet inzien van formatieve toetsen, omdat dit niet meteen gevolgen heeft voor het rapport.

Het is aan ons als school de taak om leerlingen deze manier van leren aan te leren. Ze moeten gaan inzien dat formatieve checks kunnen helpen om uiteindelijk een hoger cijfer te halen. Wanneer we zien dat een leerling zich niet voldoende inzet voor formatieve checks, dan zal met hem/haar een gesprek aangegaan worden door de vakdocent en/of mentor/coach. De resultaten en feedback zullen besproken worden en indien nodig, gedeeld worden met ouders. Ouders kunnen ook een belangrijke rol spelen in dit proces. Door met uw kind te praten over de nieuwe manier van toetsen en door met ze te spreken over: waar zijn die formatieve checks in de les nou eigenlijk voor?

Als leerlingen niks doen voor tussentijdse, formatieve toetsen, weten ze dan uiteindelijk wel wat ze moeten verbeteren/leren voor de eindtoets?

Als leerlingen de formatieve checks niet serieus nemen, dan zegt dat in ieder geval dat er nog heel wat moet gebeuren voor de toetsweek. Ze zijn dus als het ware op tijd gewaarschuwd, want ze zien dat ze nu de gevraagde vaardigheden waarschijnlijk nog niet beheersen. Minstens zo belangrijk is welke acties er worden ondernomen wanneer wordt geconcludeerd dat een leerling structureel te weinig doet in de lesperiode. Een vakdocent zal met de leerling het gesprek aan gaan en ook de mentor/coach zal op de hoogte gesteld worden.

Wanneer een leerling dus niet serieus met deze formatieve checks omgaat, zal hij ook niet het maximale effect hiervan ervaren en inderdaad niet goed weten wat er nog verbeterd moet worden.

Wat is het nut van minder toetsen?

Het nut van minder toetsen in het schooljaar is dat leerlingen meer tijd krijgen om zich te richten op het leerproces. Ze leven nu niet van toets naar toets binnen enkele weken, maar hebben nu periodes waarin ze zich kunnen richten op het huiswerk en het aanleren en verbeteren van nieuwe vaardigheden.

Ook hopen we hiermee de toetsdruk die sommige leerlingen het hele jaar door voelen, te verminderen.